Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 09-04-2020

achteruit komen

betekenis & definitie

(1900) (Barg.) er op achteruit gaan; minder verdienen. ‘Ik ben gisteren 20 euro ach-teruit gekomen’.

• Nee Jan, dat gaat absoluut niet op, hebt ge schuld gemaakt, dan moet ge maar doen zooals ik (en wellicht ook andere), door de crisis en staking ben ik iets achteruit gekomen, nu werk ik, maar nu betaal ik, zelfs ten koste van mijn grootste plezier, mijn sigaren moet ik laten staan. (Weekblad van den Alge-meenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond, 14/12/1900)
• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)

< >