Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 04-06-2024

aan de klok hangen

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Drenthe) gezegd van iemand wiens huwelijksgeboden worden afgekondigd. Vgl. van de preekstoel* gevallen; van de trappen* vallen.

• Hij hangt aan de klok. (Men zegt dit in Drenthe van iemand, wiens huwelijks-geboden worden afgekondigd) (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)

< >