De studie van algemene theoretische problemen, voor zover van A-prioristische aard, inzake de mogelijkheid, aard, doelen en methode van de opvoeding. De antieke paradox van het leren (je kunt niet leren watje niet weet, wantje weet niet waarnaar je moet zoeken, en je zult het niet herkennen als je het vindt) is nu dood en begraven, maar we kunnen ons nog altijd afvragen waar leren in bestaat en of zaken als morele opvoeding mogelijk zijn.
Hoe verschilt opvoeding van indoctrinatie, training en programmering, en moeten indoctrinatie enzovoort geheel of gedeeltelijk worden vermeden? Wat wordt er bij de lerende voorondersteld, welke graad van rationaliteit bijvoorbeeld? Is er een leraar nodig, of kan men, al of niet volgens een uitgedacht plan, zichzelf opvoeden? Kan men worden opgevoed tot rationaliteit, in elk van de vele betekenissen van dat woord, en wat gebeurt er precies wanneer men zijn eerste taal leert (vgl. privé-taal)?
Deze vragen over de aard van de opvoeding leiden tot vragen over haar doelen en methoden. Is het primaire doel kennis bijbrengen, of het vermogen bijbrengen om kennis te verwerven, of geen van beide? In hoeverre heeft opvoeding te maken met feiten , en met welke soorten feiten? Wat komt er kijken bij opvoeding in moraal en (esthetische of andere) smaak? Is op kennis gerichte opvoeding verschillend van op handelen gerichte opvoeding?
Methodologische vragen behoren grotendeels tot de theorie en praktijk van de opvoeding, veeleer dan tot de filosofie ervan. Toch hebben antwoorden op de boven gestelde vragen filosofisch belang, en hebben ze gevolgen voor traditionele vragen over de rol van aanleg, van training, van oefening, van spel, van voorbeeld.
W. Jaeger, Paideia, 1934. (Uitgebreide behandeling van opvoeding en verwante onderwerpen in en voor de tijd van Plato.)
Plato, Meno. (Kan ‘deugd’ (of voortreffelijkheid) onderwezen worden? Zie 80-81 voor de paradox van het leren. Vgl. ook Protagoras, de boeken 2 en 3 van de Politeia en de boeken 1,2 en 7 van de Nomoi (Wetten).)
R.S. Peters (red.), The Philosophy of Education, 1973. (Bundel, met geannoteerde bibliografie.)
G.F. Heyting, Autonomie en socialiteit in de opvoeding, 1987. (Systeemtheoretische benadering van de theorie der opvoedkunde.)
J. Steutel (red.), Morele opvoeding. Theoretischen historisch-pedagogische opstellen, 1984.