Drie dozen bevatten respectievelijk twee gouden munten, twee zilveren munten en een gouden en een zilveren munt. Een willekeurig getrokken munt is van goud. Hoe groot is de waarschijnlijkheid dat de andere munt in dezelfde doos ook van goud is? De gekozen doos is die met tweemaal goud of de gemengde, dus de waarschijnlijkheid is een half. Maar de munt is de eerste of de tweede in de doos met tweemaal goud, of de gouden munt in de gemengde doos. Bij twee van deze drie mogelijkheden is de andere munt van goud, dus de waarschijnlijkheid is tweederde. Deze paradox suggereert dat het niet vastligt wat de mogelijkheden zijn, en raakt zo de klassieke waarschijnlijkheidstheorie.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk