of sereuze vliezen zijn bij de gewervelde dieren de vliezen, die de inwendige organen van de borst- en buikholte omgeven en de wand dezer holten (de sereuze holten) aan de binnenkant bekleden. Het zijn de borstvliezen (pleurae), het hartzakje (pericard), het buikvlies (peritoneum) en, bij de man, de uitstulpingen daarvan, die tegen de zaadballen zijn gelegen ([i]tunica vaginalis proprid).
[/i]
De weivliezen bestaan uit een laagje bindweefsel dat naar de kant van de holte toe is bekleed met een laag dunne, platte endotheelcellen, waartussen hier en daar kleine openingen, stomata, voorkomen. Elk der weivliezen vormt een afgerond geheel en omsluit derhalve een alzijdig gesloten holte. Het buitenste deel van zulk een vlies, dat de wand van de holte aan de binnenzijde bekleedt, heet het wandstandige of pariëtale blad, terwijl het deel dat de buitenkant der organen bekleedt het viscerale blad wordt genoemd. De ruimte tussen deze beide bladen is zeer klein en bevat onder normale omstandigheden slechts een dun laagje helder vocht, de sereuze vloeistof. Voor ziekten der sereuze vliezen z borstvlies, buikvliesontsteking, pericarditis, pneumothorax.