of novatie wordt volgens art. 1449 Ned. B.W. teweeggebracht, indien een schuldenaar een nieuwe schuldverbintenis aangaat, die in de plaats komt van de oude, die daardoor tenietgaat.
Schuldvernieuwing is er ook, wanneer een nieuwe schuldenaar gesteld wordt in plaats van de vorige, die door de schuldeiser van zijn verbintenis ontslagen wordt of wanneer overeengekomen wordt, dat de oude schuldeiser wordt vervangen door een nieuwe, jegens wie de schuldenaar dan alleen aansprakelijk is. De voorrechten en hypotheken, aan de oude schuldvordering verbonden, gaan niet over op die, welke in haar plaats komt, tenzij de schuldeiser dit uitdrukkelijk mocht hebben bedongen.