Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NIEUWKOOP

betekenis & definitie

Zuidhollandse gemeente ten N.O. van Bodegraven, van 2027 ha, telt (1951) 4090 inw., van wie (1947) 58,5 pct R.K., 39,5 pct Prot. en 2 pct andersdenkenden. De bodem, een uitgeveend en drooggemaakt gebied, bestaat grotendeels uit klei.

Overgebleven is er een groot plassengebied (zeilsport). Hoofdbestaansmiddel zijn veehouderij en gespecialiseerde smederijen (hang- en sluitwerk). Tot de gemeente behoren de dorpen Nieuwkoop (1947 2080 inw.) en Noorden (1260 inw.), en een deel van de gehuchten Meije en Achttienhoven.

< >