(Phaseolus lunatus, Indische maanbonen, Rangoonbonen) zijn bonen, die het glucoside phaseolunatine bevatten. Dit glucoside is op zichzelf niet giftig, maar door inwerking van een enzym valt het onder opneming van water uiteen, waarbij aceton en het zeer vergiftige blauwzuur worden afgesplitst.
Alvorens geschikt te zijn voor menselijke of dierlijke consumptie — als veevoeder worden ze veel gebruikt — moeten deze bonen, of het uit deze bonen bereide meel, urenlang met water worden gekookt tot het glucoside volledig gesplitst en alle blauwzuur verdampt is.