In de Middeleeuwen:
1. het recht van de heer om uit de nalatenschap van zijn horigen (keurmedigen) één stuk te zijner keuze te nemen, ook recht van het beste hoofd (d.i. stuk vee) of van het beste catheyl (catallum, Engels chattel) genoemd ;
2. het recht van de landsheer (z landsheerlijkheid) om uit de nalatenschap van vreemdelingen een stuk te zijner keuze op te eisen. Dit recht ontwikkelde zich uit het oorspronkelijke recht van de landsheer op de gehele nalatenschap van vreemdelingen (droit d’aubaine).