is de in 1836 door Laurent opgestelde theorie, volgens welke alle organische stoffen uit stamkernen, die uit koolstof en waterstof opgebouwd zijn, zouden ontstaan, door toevoeging van andere elementen of doordat deze laatste waterstofatomen vervangen. De kern zou dan vnl. de eigenschappen van de verbinding bepalen, terwijl de veranderingen, die zij door bijvoeging of vervanging ondergaat, minder van betekenis zijn.
Deze theorie werd echter door Dumas’ substitutieleer, in verbinding met de valentieleer, vervangen. i