Zweeds dichter (Karlskrona 30 Juni 1882), studeerde rechten te Uppsala en wijdde zich uitsluitend aan de literatuur. Zijn eerste dichtbundel Pasiphaë (1904) bevatte hartstochtelijke lyriek en ook in zijn later werk is dit erotische element aanwezig.
Hij heeft een reeks romans geschreven en enkele, minder belangrijke, dramatische werken.Bibl.: Poëzie: Pasiphaë (1904); Primavera (1905); Kal lorna (1906); Elden och altaret (1907). Drama: Imperia (1907); Harskare (1908). Romans: Stensborg (1910); Thure Gabriel Silfverstaahl (1910); Kopman och krigare (1911); Carl Silfverst&&hls upplefvelser (1912); Tvedraktensbam (1913); Husetmed degamla fröknarna (1919; sterk godsdienstig); Sasom genom eld (1920); Blodsarv, Försök till ett manniskoödes förhistoria (1937). Bloemlezing uit zijn gedichten: Oroligt var mitt hjarta (1933); Stjaman som tandes panytt (preken en toespraken, 1950).