Amerikaans schrijfster (Alabama, V.S., 27 Juni 1880), verloor op 1½-jarige leeftijd tegelijk haar gehoor en gezichtsvermogen. Nadat zij eerst de doofstommentaal en het brailleschrift geleerd had van Anne Sullivan, die ook later haar trouwe metgezel en steun was, leerde zij in 1890 spreken en bezocht ten slotte Radcliffe College, waar zij in 1904 in de philologie promoveerde.
Haar werken getuigen van een bijzonder gevoelige observatie en uitdrukkingsvermogen; verschillende er van zijn in het Nederlands vertaald.Bibl.: The Story of My Life (1902); The World I live in (1908); Out of the Dark (1913); Midstream — My Later Life (1930); H. K.’s Journal (1938); Let Us have Faith (1940).
Lit.: S. W. Stern, H. K., die Entwicklung und Erziehung einer Taubstummblinden als psychologisches und sprach theoretisches Problem (Berlin 1905); G. Maeterlinck, Girl Who found the Blue Bird, a Visit to H. K. (1914); N. Braddy, Anne Sullivan Macy, the Story behind H. K. (1933).
