Nederlands mysticus, leefde tussen 1250 en 1325 als kluizenaar in één onzer oostelijke gouwen; heeft, blijkens zijn flinke theologische scholing, waarschijnlijk vooraleer kluizenaar in één of andere kloosterorde te worden de theologie gedoceerd; schreef een Glose op het pater-noster, waarin hij met een merkwaardige taalvastheid, de mystieke begenadiging in het licht van de inwendige werkingen Gods behandelt.
STEPHANUS AXTERS, O.P.
Lit.: L. Reypens, S.J., Gheraert Appelmans’ Glose op het Vaderons, in Ons Geestelijk Erf, dl I (1927), p. 81-107; L. Reypens, S.J., Een nieuw merkwaardig Dietsch mystiek, Broeder Gheraert Appelmans, in Ons Geestelijk Erf, dl I (1927), p. 113-141.