is iemand aan de kleren of het lichaam onderzoeken, waartoe het recht in NEDERLAND in bepaalde gevallen bij de opsporing van strafbare feiten is toegekend aan gewone opsporingsambtenaren (alleen aan de kleren), officier en hulpofficier van Justitie, en rechter-commissaris. Dit recht is geregeld in het Wetb. v.
Strafvordering, artt. 56, 195.Lit.: L. H. K. C. van Asch van Wijck, Verplichtingen van verdachten ten aanzien van onderzoek aan het lichaam, in Tijdschr. v. Strafr. 1935, XLV, blz. 145-164.
Volgens BELGISCH recht is het fouilleren (onderzoeken van de klederen) aan de gewone opsporingsambtenaren toegestaan evenals in Nederland. Het onderzoek aan het lichaam evenwel kan, behoudens de ontdekking van misdrijven op heterdaad, niet bevolen worden tenzij door de raadkamer, door de kamer van inbeschuldigingstelling, ofwel door de rechtbank of het hof bij wie de misdaad of het wanbedrijf aanhangig is. In geval van heterdaad heeft de Procureur des Konings het recht een dergelijk onderzoek te bevelen.
MR W. DELVA