wordt door Aëtius (III, 13, 3) vermeld als Pythagoraeër, afkomstig uit Syracuse (ca 350 v. Chr.), die evenals Herakleides de dagelijkse hemelbeweging zou hebben verklaard door aan de aarde een dagelijkse aswenteling toe te kennen.
De nauwe overeenstemming van zijn astronomische en fysische denkbeelden (bezielde atomen) met die van Herakleides heeft verscheidene historici der antieke wetenschap doen vermoeden, dat hij slechts een dialoogfiguur van Herakleides geweest is. Hij wordt door Copernicus (De Revolutionibus, voorrede aan paus Paulus III) genoemd als een der antieke auteurs, die aan de aarde beweging hadden toegekend.
