kunnen ontstaan, doordat tijdens de vorming van laagveen somtijds de plantenmodderlaag op de bodem, waarin zich de wortels van water- en moerasplanten hebben vastgehecht en die deze modder tot een vaste, taaie koek hebben verbonden, losraakt en begint te drijven; dat zijn de secundaire drijftillen. Daarnaast onderscheidt Schierbeek primaire drijftillen, die direct uit drijvende waterplanten ontstaan, zoals nu nog in de Giethoornse plassen en in de ondiepe Friese meren. In Friesland noemt men zulke drijvende massa’s drijftillen, in Groningen heten zij ladden, in Overijsel kraggen, in Holland rietzodden of drijfland. Ten onrechte werd het ontstaan van drijftillen vroeger o.a. door Staring beschouwd als een middel om veen in diep water te vormen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk