(Eugène Louis), Frans staatsman (Schaerbeek, bij Brussel, 13 Febr. 1856 - Parijs 28 Apr. 1922), werd in 1885 als député voor het dep. Eure-et-Loire gekozen en onderscheidde zich door zijn grote welsprekendheid.
Van 1898-1902 was hij president van de Franse Kamer en vervolgens onafgebroken van 1912-1920. Daarop werd hij tot president van de Republiek gekozen, in een harde strijd tegen Clemenceau. Hij bleef slechts weinige maanden in dat hoge staatsambt en moest reeds op 20 Sept, aftreden, geestelijk verzwakt ten gevolge van een val uit de trein. Deschanel was lid van de Académie française en schrijver van verschillende letterkundige en staatkundige werken.Bibl.: La question du Tonkin (1883); Les intérêts français dans le Pacifique (1885); Orateurs et hommes d’Etat (1888); Figures de femmes (1889); Figures littéraires (1889); La question sociale (1898); La république nouvelle (1898); Questions actuelles (1901), een verzameling van zijn in de Kamer gehouden redevoeringen; Quatre ans de présidence (1902); Politique intérieure et étrangère (1906); L’organisation de la démocratie (1910); Gambetta (1920).
Lit.: Sonolet, La vie et l’œuvre de Paul D. (1926).