of onderofficieren waren bij het zeewezen de personen, met gezag bekleed en staande onder de kapitein en diens luitenant, zoals: de schipper, stuurman, schrijver, barbier of chirurgijn, hoogbootsman, timmerman, konstabel, kwartiermeesters, provoost en bottelier. Tegenwoordig worden bij de Kon.
Marine de onderofficieren belast met de algemene dienst aan boord „deksonderofficieren” genoemd.