is een stadje in de Belgische prov. Namen, aan de Eau Noire, op een heuvel (3310 ha, tot 336 m hoog) ; steengroeven, kalkovens, metaalindustrie, bossen.
Inw. (1946): 3320. In het „Trou de l'Abîme” deed men voorhistorische vondsten. Couvin was eertijds de hoofdstad van een graafschap en een der steden van het prinsbisdom Luik. Zijn burcht kon het niet tegen inval en plundering beveiligen, in 1408, en vooral in de 16de en 17de eeuw.
Bij de „Pont d’Avignon” verdwijnt de Eau Noire onder de grond, tot bij Nismes, 2 j km verder. St-Rochuspark.Lit.: De Villermont, C. et sa châtellenie (Namur 1876); Guide de Couvin-villégiature (C. 1903); Bormans, Cartulaire de la commune de C. (Namur 1875).
