(Bellovaci) waren een Belgisch (Gallisch) volk, gevestigd tussen de benedenSeine, Somme en Oise; de naam leeft voort in het huidige Beauvais. Volgens Caesar, die hen in 57 en 51 v.
Chr. na krachtige tegenstand onderwierp (Gaes. B. G. II 4 sqq Hirtius B. G. VIII, 6-22), waren zij de krijgshaftigsten en mächtigsten onder de Belgae en zij konden niet minder dan 100 ooo( !) gewapenden in het veld brengen. Hun versterkt toevluchtsoord was toen Bratuspantium (bij het tegenwoordige Breteuil?); Ptolemaeus vermeldt later als hun hoofdplaats Caesaromagus (thans Beauvais).Lit.: L.-A. Cons tans, Guide ill. des Campagnes de César en Gaule (Paris 1929), p. 106-109.