is in de Middelhoogduitse poëzie de naam van de Goten; oorspronkelijk werd met Amali het Oostgothische vorstengeslacht aangeduid. De sagen hebben zich om twee Oostgothische vorsten geconcentreerd, en wel om Ermanarik en Theoderik (Dietrich von Bern).
Hoewel oorspronkelijk tot twee gescheiden groepen behorend, zijn zij in de Duitse overlevering met elkaar versmolten en de voornaamste inhoud van hun sage is die van hun gemeenschappelijke ballingschap.