classicus, oriëntalist en Nederlands toponymist (Leuven 7 Nov. 1878), studeerde aan de Katholieke Universiteit te Leuven, waar hij in 1902 docent, in 1904 professor werd, was minister van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid (1927-1929), en is auteur van talrijke werken en bijdragen over klassieke en Oosterse Oudheid en over moderne plaatsnaamkunde.
Bibl.: o.a. Manuel de Linguistique Grecque (Louvain-Paris 1924, 2 Louvain 1939); Grammaire élémentaire de la langue sanscrite (Louvain-Paris 19251; I9372); La Science du mot (Louvain 1927); Origine des Noms de Lieux des environs de Bruxelles (Bruxelles 1927); Dictionnaire étymologique des noms des communes de Belgique I—II (Louvain 1939_1940).