Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zwavelzure zouten

betekenis & definitie

Zwavelzure zouten of sulfaten zijn algemeen verspreid (gips, zwaarspaat enz.), kleurloos, wanneer de basis ongekleurd is en lossen meestal op in water, hoewel het baryum, lood-, strontium en calciumzout en de basische zwavelzure zouten in het geheel niet of moeijelijk oplosbaar zijn. Die der alkaliën en alkalische aarden zijn bij een hoogen warmtegraad zeer vast en geven bij verwarming met kool zwavelmetalen. De overigen worden hij een hoogen warmtegraad ontleed en leveren zwavelzuur anhydride, zwavelig zuur en zuurstof, — voorts met kool zwavelmetalen of oxyde en zwavelig zuur. In opgeloste zwavelzure zouten doen baryumzouten een witten neerslag ontstaan.

Men verkrijgt de zwavelzure zouten meestal door de werking van zwavelzuur op metalen, oxyden, carbonaten, chloriden, nitraten of zwavelmetalen. Zwavelzuur ammonium (NH4)2 S04 wordt bereid uit het ammoniakhoudend water der gas-, beenzwart- en bloedloogzoutfabrieken en ook uit verrotte urine, wanneer men deze vloeistoffen alleen of met kalk destilleert en het ontwijkend ammoniak in zwavelzuur leidt, of ook wanneer men ze ontleedt met zwavelzuur calcium (gips). Voorts verkrijgt men veel zwavelzuur ammonium bij de bereiding van boriumzuur. Het vormt kleurlooze kristallen, heeft een scherpen, zouten smaak, is bestand tegen de lucht, lost gemakkelijk op in water, smelt bij 140° C., wordt bij sterke verhitting ontleed, levert met keukenzout zwavelzuur natrium en salmiak, met kalk zwavelzuur calcium en ammonium, dient tot het bereiden van salmiak, geest van salmiak, koolzuur ammonium, ammoniak-aluin en tot mest. Zwavelzuur baryium (BaS04) vindt men in de gedaante van zwaarspaat, wordt uit oplosbare baryumverbindingen door zwavelzuur of oplosbare sulfaten neêrgeslagen, is kleurloos, in water zoo goed als onoplosbaar, zelfs ter naauwer nood in verdunde zuren, meer oplosbaar in salpeterzuur ammonium, wordt door smeltend koolzuur natrium ontleed, levert, met kool gegloeid, zwavelbaryum en dient tot witte verwstof (permanentwit). — Zwavelzuur lood (PS04) vindt men in den vorm van loodvitriool, met koolzuur lood als leadhilliet en lanarkiet, wordt uit oplosbare loodzouten door zwavelzuur of oplosbare sulfaten neêrgeslagen, ontstaat bij de werking van geconcentreerd zwavelzuur op lood, alsmede als bijproduct bij de bereiding van azijnzuur aluminium uit loodsuiker en zwavelzuur aluminium of van azijnzuur met loodsuiker en zwavelzuur, is kleurloos, onoplosbaar in water en eenigzins oplosbaar in geconcentreerd zwavelzuur, ook in zout- en salpeterzuur en wat gemakkelijker in ammoniakzouten. Men gebruikt het als verwstof. Veelal echter verandert men het door koolzure alkaliën in loodwit, reduceert het door het te smelten met krijt, kool en vloeispaat tot metallisch lood, verkrijgt door het te koken met azijnzuur baryum loodsuiker en zwavelzuur baryum, verandert het door chroomzuur kalium in chroomzuur lood enz. Zink en ijzer scheiden er sponsachtig lood uit af, vooral bij de aanwezigheid van keukenzout, terwijl het voorts eene belangrijke rol vervult bij het bereiden van lood uit loodglans. — Zwavelzuur cadmium (CdS04), uit cadmium of koolzuur cadmium en zwavelzuur verkregen, vormt kleurlooze, waterhoudende kristallen, lost gemakkelijk op in water, maar niet in alkohol en dient tot oogmiddel. — Zwavelzuur chroom (Cr2(S04)3) wordt verkregen uit chroomhydroxyde en zwavelzuur of uit chroomzuur, zwavelzuur en alkohol in eene groene niet kristalliseerbare en in eene paarse kristalliseerbare verscheidenheid en ook als een onoplosbaar en watervrij, perzikbloesemkleurig zout.

De paarse oplossing van het zout wordt bij verwarming groen en levert bij het verdampen eene groene massa. Deze laatste neemt allengs water tot zich en geeft daarop, met alkohol vermengd, kristallen van het paarse zout. Het dient tot het bereiden van groen vernis, groenen inkt enz. Met zwavelzure alkaliën geeft het chroom-aluin. — Zwavelzuur ijzeroxydule is hetzelfde als ijzervitriool (zie onder Vitriool). — Zwavelzuur ijzeroxyde (Fe2(S04)3) vindt men in de gedaante van coquimbiet, ontstaat bij het oplossen van ijzeroxyde of ijzerhydroxyde in zwavelzuur, bij de oxydatie van eene met zwavelzuur vermengde ijzervitriool-oplossing door salpeterzuur, is kleurloos, lost moeijelijk op in water, doch gemakkelijk bij aanwezigheid van ijzervitriool, reageert zeer zuur, lost de meeste metalen op onder de vorming van ijzervitriool en geeft bij sterke verwarming zwavelzuur anhydride en ijzeroxyde. Het dient tot verwstof en tot het bereiden van rookend zwavelzuur. Met zwavelzure alkaliën vormt het ijzer-aluin. — Zwavelzuur kalium (K2S04) komt voor als glaseriet en arcaniet, met zwavelzuur magnesium als schöniet, met zwavelzuur magnesium en chloormagnesium als kaïniet, met zwavelzuur magnesium en zwavelzuur calcium als polyhaliet, met zwavelzuur aluminium als aluin, aluniet en löwigiet, wordt verkregen uit de wegruimzouten van Staszfurt, bij het zuiveren van potasch, bij het verwerken der moederloog van zeewater, van zoute bronnen, van kelp- en varekloog en van de beetwortelmelasse, bij het bereiden van salpeterzuur , alsmede uit chloorkalium en zwavelzuur. Het vormt kleurlooze, watervrije kristallen, welke tegen de lucht bestand zijn, smaakt zoutachtig bitter, lost moeijelijk op in water, maar niet in alkohol, smelt bij roodgloeihitte, dient tot geneesmiddel, tot het bereiden van glas en potasch en als mest. Met zwavelzuur aluminium vormt het aluin en met zwavelzuur chroom en ijzer chroom- en ijzer-aluin. — Zuur zwavelzuur kalium (HKS04) ontstaat uit het voorgaande en geconcentreerd zwavelzuur, lost gemakkelijk op in water, smelt bij 197° C., verliest bij 600° C. water en de helft van zijn zwavelzuur en dient tot het oplosbaar maken van delfstoffen. — Zwavelzuur calcium is hetzelfde als gips, — zwavelzuur koper als kopervitriool, — en zwavelzuur magnesium als Engelsch bitterzout. — Zwavelzuur natrium (Na2S04) vindt men als thenardiet en mirabiliet, in opgelosten toestand in eenige Russische meren, in de meeste zoute bronnen en in zeewater, met zwavelzuren kalk als glauberiet, met zwavelzuur magnesium als löweïet en ontstaat als bijproduct bij de bereiding van salpeterzuur uit salpeterzuur natrium en zwavelzuur, van zoutzuur uit keukenzout en zwavelzuur, bij sublimatie van zwavelzuur ammonium met keukenzout, bij het bereiden van paraffine en lichtgevende oliën uit teer en wordt in het groot gewonnen bij de sodabereiding uit keukenzout en zwavelzuur, alsmede uit moederloogen door kristallisatie bij een zeer lagen warmtegraad.

Het kristalliseert in kleurlooze zuilen met 10 moleculen kristalwater (glauberzout), smaakt koel en zout, verweert in de opene lucht, lost gemakkelijk op in water, het gemakkelijkst bij 33° C., smelt bij die temperatuur in zijn kristalwater, wordt bij vermeerderde verwarming watervrij en vast en smelt voor de tweede maal bij roodgloeihitte. Het dient tot purgeermiddel, tot het bereiden van koude mengsels, van soda, van ultramarijn, van glas, van waterglas, van antimonium en als verwstof. — Zuur zwavelzuur natrium ontstaat uit het voorgaande en geconcentreerd zwavelzuur, dient om lood van zink te bevrijden, wanneer het door zink ontdaan is van zilver en, daar het bij verwarming de helft van zijn zwavelzuur verliest, tot het bereiden van rookend zwavelzuur. — Zwavelzuur nikkel (NiS04) ontstaat uit koolzuur nikkel en verdund zwavelzuur of bij de behandeling van nikkel met salpeterzuurhoudend zwavelzuur, vormt donkergroene kristallen met 7 moleculen kristalwater, lost gemakkelijk op in water, maar niet in alkohol, wordt bij verwarming watervrij en ontleedt zich daarna, geeft met zwavelzure alkaliën licht-groene dubbelzouten met 6 moleculen kristalwater en dient om voorwerpen met eene laag nikkel te bekleeden. — Zwavelzuur kwikoxyde (HgS04) ontstaat bij eene sterke verhitting van kwik met geconcentreerd zwavelzuur en bij het oplossen van kwikoxyde in zwavelzuur, is wit, heeft een sterk metaalachtigen smaak, wordt bij verwarming geel en bij afkoeling wederom wit, smelt tot eene bruine vloeistof, verstijft tot eene kleurlooze massa, wordt bij roodgloeihitte ontleed, alsmede door zoutzuur en blaauwzuur, geeft bij verwarming met keukenzout kwikchloride, met water geel, moepelijk oplosbaar basisch zwavelzuur kwikoxyde (turpethum minerale) en dient tot bereiding van kwikchloride (sublimaat). — Zwavelzuur zilver (Ag„S04) ontstaat bij de werking van warm, geconcentreerd zwavelzuur op zilver (bij het affinéren), vormt watervrije kristallen en lost moeijelijk op in water. — Zwavelzuur strontium (SrS04) vindt men als coelestien, wordt uit strontiaanzouten door zwavelzuur of oplosbare sulfaten neergeslagen, is kleurloos en moeijelijk oplosbaar in water, maar gemakkelijker in zouten salpeterzuur en in de chloriden der alkalimetalen. — Zwavelzuur aluminium (Al2(S04)3) vindt men in de gedaante van haarzout, met zwavelzuur kalium als aluin, alumet en cöweïet, ontstaat bij het oplossen van aluinaardehydraat in zwavelzuur, wordt uit leem, aluinaarde, kryoliet of bauxiet bereid, kristalliseert moeijelijk in kleurlooze blaadjes met 18 moleculen kristalwater, lost zeer gemakkelijk op in water, moeijelijk in alkohol, reageert zuur, lost zink op, smelt bij verwarming, laat watervrij zout achter en wordt bij eene sterke verwarming volkomen ontleed. Het komt te pas als verwstof en ook als geconcentreerd aluin in den handel. Met zwavelzure alkaliën vormt het gewonen aluin. — Zwavelzuur zink (zinkvitriool, witte vitriool ZnS04) vindt men opgelost in mijnwater en bij het oplossen van zink in verdund zwavelzuur. Het wordt ook verkregen door het uitloogen van gerooste zinkblende, kristalliseert in kleurlooze prisma’s in 7 moleculen water, smaakt scherp en metaalachtig, lost gemakkelijk op in water, ter naauwer nood in alkohol, verweert in de opene lucht aan de oppervlakte, wordt bij verwarming watervrij en geeft bij eene hooge temperatuur zinkoxyde, zwavelig zuur en zuurstof, met overvloed van kool, zwavelig zuur, koolzuur en zink. Het komt te pas in de katoendrukkerij, tot het duurzaam maken van hout, als toevoegsel in vernis, tot droogmiddel in olie, bij verzilvering in het vuur, tot ontsmetting, tot bereiding van zuurstof, van zinkpraeparaten, van gemengde zinkverwstoffen en ook als geneesmiddel, inzonderheid tot oogwater en tegen druipers.