Zeusz (Johann Kaspar), een verdienstelijk geschied- en taalkundige, geboren den 22sten Julij 1806 te Vogtendorf in Oberfranken, bezocht het lycéum te Bamberg en studeerde te München in de letteren en in de geschiedenis. Door zijn werk: „Die Deutschen und die Nachbarstämme (1837)”, gevolgd door: „Die Herkunft der Bayern von den Markomannen (1839)”, maakte hij zich algemeen bekend en werd in 1839 hoogleeraar in de geschiedenis aan het lycéum te Spiers. Hier schreef hij zijne: „Traditiones possessionesque Witzenburgenses (1842)” en „Die freie Reichsstadt Speier vor ihrer Zerstörung (1843)”.
In 1847 werd hij hoogleeraar aan het lycéum te Bamberg, waar hij zijne voortreffelijke: „Grammatica celtica (1853, 2 dln; 2de druk, 1868— 1871)” in het licht gaf. Hij overleed den lOden November 1856 te Borstendorf bij Kronach.