Zamora, eene provincie in het Spaansche koningrijk Leon, grenst aan Portugal en telt op 1941/2 □ geogr. mijl omstreeks 260000 inwoners. De bodem is er in het zuiden heuvelachtig, in het noordwesten, waar de Pena Trevinco verrijst, zeer bergachtig en voor ’t overige vlak en heeft over het algemeen, schoon niet weinig verwaarloosd, vruchtbaar land, geschikt voor den graanbouw. — De evenzoo genoemde hoofdstad aan de Duero, schilderachtig op eene steile rots gelegen en door hooge muren omgeven, is door een spoorweg met Medina del Campo verbonden. Zij is de zetel van een bisschop, heeft eene fraaije brug over de Duero, eene hoofdkerk in spitsboogstijl (met het praalgraf van San lldefonso), onderscheidene andere kerken en voormalige kloosters, een oud kasteel, een gymnasium, eene kweekschool van onderwijzers, onderscheidene fabrieken, vele wijn- en ooftgaarden en omstreeks 12000 inwoners.
Hier werd in 904 gestreden door Alfonsus III tegen Alcaman, veldheer van Cordova, waarbij deze de nederlaag leed en sneuvelde. In de llde eeuw werd de stad door den Spaanschen veldheer Almanzor verwoest. Nadat zij onder Ferdinand II en Alfonsus VIII wederom was opgebouwd, werd zij van tijd tot tijd de residentie der Koningen van Leon en Castiiië en de vergaderplaats der Cortes.
