Yoruba of Joruba, een rijk van Negers in Guinea, grenst ten noorden aan Borgoe en Nyse, ten oosten aan Benin, ten westen aan Dahomey en ten zuiden aan de Britsche bezittingen (Lagos) bij de Golf van Guinea. Het is een fraai gewest, door de Osjnoe en de Ogoen besproeid en in het noordelijk gedeelte versierd met de heuvelachtige uitloopers van het Konggebergte. Clapperton was de eerste Europeaan, die dit land bezocht (18251, hetwelk in die dagen een onafhankelijk rijk vormde met de hoofdstad Eyo of Katoenga. Later is deze verwoest en het heerschend vorstenhuis door de Fellata verdreven.
Rohlfs vond er in 1867 een vazallenstaat, aan de Fellata onderworpen, terwijl er de gebieder telkens door de aanzienlijken gekozen werd. De toenmalige residentie was de stad Eyo, wat zuidelijker gelegen dan de oude hoofdstad, maar veel minder inwoners tellend dan de steden Saraki (40000), Ilori (70000) en Ibadan (150000). De belangrijke haven Lagos aan de Golf van Guinea is thans in handen der Engelschen. De inboorlingen, een afzonderlijke Negerstam met eene eigenaardige taal, onderscheiden zich door een flinken ligchaamsbouw, eene niet zeer donkere huidkleur en minder dikke lippen. Zij zijn goed gekleed, bouwen vierkante woningen en houden zich bezig met landbouw, veeteelt en handel. Het is opmerkelijk, dat zij onder de Negers de eenigen zijn, die kennis hebben van kaasmakerij. Meestal behooren zij tot de Fetisch-aanbidders, maar uit het noorden wint de Islam er meer en meer veld, terwijl in het zuiden des lands Christenzendelingen werkzaam zijn.
