Wotjaken of Woten (in hunne eigen taal Oedmoerdi, Oedi, Moerdi of menschen) is de naam van een Permsch Finschen volksstam, gevestigd in de gouvernementen Perm, Kasan en Wjatka, vooral in het laatstgenoemde aan de beide zijden van de Wjatka-rivier. Dit volk houdt zich hoofdzakelijk bezig met landbouw en veeteelt. De Wotjaken gelijken meer op de Russen dan de overige Finnen, zijn verslaafd aan den sterken drank en in het algemeen zeer lafhartig, maar bezitten eene ongemeene vaardigheid in het draaijen, weven enz. Gedeeltelijk zijn zij, wat hunne godsdienst aangaat, Sjamanen, gelooven aan een Opperwezen (Inma, llmar), hetwelk de Zon bewoont, en aan ondergeschikten goden, maar vooral aan een boozen geest, die naar willekeur de menschen plaagt.
Zij achten de veelwijverij geoorloofd. Sommige Wotjaken zijn Christenen, maar behielden nog allerlei gebruiken en plegtigheden der Sjamanen. Hunne taal heeft de meeste overeenkomst met die der Syrjaenen, en eene spraakkunst daarvan is geleverd door Ahlquist (1856). Zij handhaven nog de aloude verdeeling in stammen, waarnaar hunne dorpen genoemd zijn, en men schat hun aantal op 240000. Volgens hunne overlevering waren hunne vaderen gevestigd aan de Kasanka, maar werden vandaar verdreven door de Tartaren.
