Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Perm

betekenis & definitie

Perm, een Russisch gouvernement, grenst in het noorden aan Wologda, in het westen aan Wjatka, in het zuiden aan Oefa en Orenburg en in het oosten aan Tobolsk, en telt op 6032 geogr. mijl bijna 2200000 inwoners (1870). Het Oeralgebergte loopt er doorheen in de rigting van het noorden naar het zuiden en zijne aanzienlijkste toppen verheffen er zich tot eene hoogte van 1438 en 1469 Ned. el. De bodem is er ruimschoots voorzien van verschillende soorten van erts; men verkrijgt er goud, zilver, platina, koper, ijzer, lood, nikkel, iridium, osmium, steenkolen, zout en marmer, alsmede vele edelgesteenten. De belangrijkste mijnen zijn er die van Adolphowsk, Moersowsk, Sjaitansk, en Sarapoel.

Ook zijn er onderscheidene minerale bronnen, en de rivieren behooren er tot het stroomgebied der Tobol en der Karna. Van den grond is 9,7% bouwland, 8,5% weiland, 73,5% bosch en 8,5% woestenij. In het noordelijk gedeelte heeft men uitgestrekte moerassen en in het zuiden aanzienlijke meren. De bosschen bestaan er hoofdzakelijk uit dennenboomen, eiken, lariksen en Siberische ceders. Het klimaat is er koud, vooral aan de oostelijke helling van het Oeralgebergte.

De gemiddelde warmte van het jaar verheft zich slechts weinig boven het vriespunt en kan dit op sommige plaatsen niet eens bereiken. In 1870 vond men onder de inwoners 71000 Raskolniken, 13000 Heidenen, 192000 Mohammedanen en 1200 niet-Grieksche Christenen, terwijl de overigen tot de Grieksch-Katholieke Kerk behoorden. De voornaamste bronnen van bestaan zijn er landbouw en veeteelt, jagt en bijenteelt, houthakkerij en mijnontginning. Voorts bereidt men er brandewijn, leder, talk, kaarsen, zeep enz.

De kostbare delfstoffen van Perm waren reeds bekend aan de inwoners van Nowgorod, die vandaar hun zilver haalden. Johan III zond er Duitschers heen, en deze ontdekten er de groote kopermijnen. De ontginning is er voorts vooral bevorderd door de familie Stroganow, en zij nam eene hooge vlugt, toen men er een grooten rijkdom van goud (1745) en edelgesteenten (1766) ontdekte. De handel van Perm is in een bloeijenden toestand, vooral de transito-handel naar Siberië. De voornaamste stapelplaatsen zijn er Jekaterinenburg, Perm, Kamysjlow en Sjadrinsk, terwijl men er eene menigte van belangrijke jaarmarkten heeft. Het gouvernement is verdeeld in 12 arrondissementen, van welke 5 in Azië gelegen zijn.

Het hedendaagsche Perm werd weleer bewoond door de Permiërs, en door de Skandinaviërs met den naam Bjazmar, door de Byjzantijnen met dien van Permia bestempeld. De oudste berigten omtrent dat land zijn uit de 9de eeuw en wel van Oter, een man uit Noorwegen, afkomstig. Na dien tijd werd het door de ingezetenen van Nowgorod bezocht en schatpligtig gemaakt. Na den val van Nowgorod (1471) kwam het onder de heerschappij van Moskou, en sedert de onderwerping van Siberië in de 16de eeuw ontstonden er Russische koloniën. In 1780 werd er een stadhouderschap gesticht, en dit laatste is in 1796 in een gouvernement herschapen.

De evenzoo genoemde hoofdstad ligt aan de Kama, heeft 14 kerken, 1 klooster, een gymnasium voor jongens en een voor meisjes, eene reaalschool, onderscheidene inrigtingen van weldadigheid, alsmede talrijke fabrieken en een levendigen handel, en telt omstreeks 22000 inwoners (1871).

< >