Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wolframium

betekenis & definitie

Wolframium, ook scheelium genaamd en door het scheikundig teeken W aangewezen, is een metaal. Men vindt het niet in gedegen toestand, maar met zuurstof verbonden als wolframiumzuur anhydride, wolframiumzuur calcium, wolframiumzuur lood, en vooral in het wolfram. Wanneer men het uit wolframiumzuur anhydride door kool of waterstof reduceert, is het staalgrijs, glanzig, hard, broos en moeijelijker smeltbaar dan manganium, met een verbindingsgewigt van 184 en een soortelijk gewigt van 16,5 tot 18,26; het is onveranderlijk in de lucht, loopt bij verwarming blaauw aan, verbrandt, tot poeder gewreven, bij roodgloeihitte tot wolframiumzuur anhydride en verbindt zich alleen bij verwarming met chloor. Met zuurstof vormt het een oxyde (WO2), een blaauw oxyde (W2O5) en wolframiumzuur anhydride (WO3).

Wolframiumzuur hexachloride ontstaat bij verwarming van wolframium in chloor, is donker paarsachtig grijs, kristallijn, bestand tegen de lucht, vlugtig, wordt door warm water ontleed en geeft bij verwarming met waterstof vlugtig pentachloride (WCI5, donkerroode, metaalglanzige naalden, zeer hygroscopisch en zich in water ontledend) en dichloride (WCI2), eene amorphe, lichtgrijze massa, welke door de lucht wordt aangetast. Wolframiumoxyde (WO2) ontstaat bij reductie van wolframiumzuur anhydride door waterstof, is kristallijn, koperrood, oxydeert gemakkelijk tot wolframiumzuur en levert met zoutzuur en zwavelzuur eene roode oplossing en met kaliloog wolframiumzuur kalium. Het blaauwe oxyde (W2O5) wordt geboren bij de verwarming van wolframiumzuur ammonium, is donkerblaauw, onoplosbaar in water en oxydeert in een vochtigen toestand in de opene lucht tot wolframiumzuur. Uit zijne zouten worden door sterke zuren verschillende anhydrozuren neêrgeslagen in de gedaante van een zwaar geel poeder. Lost men wolframiumzuur op in eene kokende oplossing van wolframiumzure alkali, doet men het neêrslaan met baryt, en ontleedt men het baryumzout met zwavelzuur, dan verkrijgt men oplosbaar metawolframiumzuur (H2W4O13), hetwelk kristalliseert, zeer zuur en bitter smaakt, bij verhitting der geconcentreerde oplossing geel, onoplosbaar wolframiumzuur geeft, chloriden en nitraten ontleedt en de organische bases doet neêrslaan. Het anhydride (WO3) ontstaat bij het verwarmen van het zuur of van het oxyde in de lucht; het is geel, kristallijn, onoplosbaar in water en zuren, oplosbaar in kokende, geconcentreerde kaliloog, smelt moeijelijk, sublimeert bij witgloeihitte en levert, bij het smelten met koolzure kali, wolframiumzuur kalium. Van de wolframiumzure zouten zijn nagenoeg alleen die der alkaliën oplosbaar. In deze oplossingen geven zuren een in ammoniak oplosbaren neerslag, maar hierbij ontstaat oplosbaar metawolframiumzuur, zoodat de neêrslag onvolkomen is.

Zwavelwaterstof en zwavel-ammonium verwekken in de oplossing der zouten geen neêrslag; eerst na de toevoeging van een zuur wordt een lichtbruin zwavelwolframium neêrgeslagen, dat eenigzins oplosbaar is in water. Wordt de oplossing met een zuur oververzadigd en voegt men er daarna zink bij, dan ontstaat eene blaauwe kleur. Metawolframiumzure zouten ontstaan bij het koken van wolframiumzure alkaliën met een zuur, zoolang de ontstaande neêrslag blijft oplossen. Zij zijn oplosbaar en in hunne oplossingen vormen zuren geen neêrslag. Wolframiumzuur natrium (Na2WO4) wordt door het smelten van wolframiumerts met soda en een weinig salpeter in den vlamoven, voorts door uitloogen en kristalliséren verkregen. Het vormt kleurlooze prisma’s met 2 moleculen water, is zeer hygroscopisch, gemakkelijk oplosbaar in water, smaakt bitter en scherp, reageert alkalisch, wordt door water niet ontleed en smelt bij roodgloeihitte. Het dient voor kleederen en houtwerk als een beveiligingsmiddel tegen de vlammen, kan ook tot vervanging van tin-praeparaten in de verwerij worden aanbevolen en levert met campêchehout een goeden zwarten inkt. Door het te smelten met wolframiumzuur anhydride en het gloeijen van het mengsel in waterstof of lichtgas ontstaat wolframiumzuur wolframiumoxydenatron (Na2W3O10), hetwelk metaalglanzige, goudgele dobbelsteenen levert.

Deze verduren, als men de lucht buitensluit, roodgloeihitte, lossen slechts op in fluorwaterstofzuur en worden ook door alkaliën niet aangetast, maar bij een hoogen warmtegraad door zuurstof en chloor ontleed. Zij komen als saffraanbrons in den handel. Voorts draagt het daarmede overeenkomende kalizout met paarse, in het zonnelicht koperglanzige naalden den naam van magentabrons en een mengsel hiervan met blaauw wolframiumoxyde dien van wolframiumviolet. Bij het behandelen van wolframiumzuur natrium met phosphorzuur ontstaan de natronzouten van twee phosphorwolframiumzuren, die als zeer gevoelige reagentia op alkaloïden gebezigd worden. Van de overige wolframiumzure zouten dienen het zink- en baryumzout als surrogaten van loodwit en andere als schilderverwen, voorts het chromium- en het koperzout tot bereiding van anilinezwart. Vooral komt wolframium te pas wegens zijne merkwaardige eigenschap om zich met ijzer te vermengen en zelfs in kleine hoeveelheden, bij gietijzer of staal gevoegd, de vastheid en hardheid daarvan te verhoogen. Wolframiumstaal, meermalen (ook als Mushets speciaal staal) in den handel gebragt, is aanvankelijk, vooral omdat het uit onzuivere bestanddeelen op eene achtelooze wijze werd bereid, wel eens ongunstig beoordeeld, maar komt meer en meer in gebruik, vooral tot het vervaardigen van magneten ten behoeve der telegraphie. Van de overige legéringen van wolframium noemen wij het minargent uit 100 deelen koper, 70 deelen nikkel, 5 deelen wolframium en 1 deel nikkel; het heelt de kleur en den glans van zilver en is zoo hard als staal.

< >