Windham (William), een Britsch staatsman, geboren te Londen den 3den Mei 1750, studeerde te Oxford, begaf zich vervolgens op reis en werd in 1782 lid van het Parlement. In 1783 was hij gedurende korten tijd secretaris van den lord stadhouder van Ierland. hij behoorde in den beginne tot de vrijzinnige oppositie, maar de uitspattingen der Fransche Revolutie bragten eene verandering in zijne overtuiging, zoodat hij bij de zittingen van 1793 en 1794 tot de ijverigste aanhangers van Pitt behoorde, wiens oorlogzuchtige staatkunde tegen Frankrijk, wiens verzet tegen de democratische woelingen in Engeland en Ierland hij met ongemeene welsprekendheid verdedigde. Pitt benoemde hem dan ook in laatstgenoemd jaar tot lid van den geheimen raad (privy council) en belastte hem met de portefeuille van Oorlog. In die betrekking bevorderde Windham in 1795 de ongelukkige expeditie der uitgewekenen naar Quiberon en veroorzaakte in 1799 een nieuwen opstand in de Vendée, welke echter door den terugkeer van Napoleon uit Egypte verijdeld werd.
De vredelievende gezindheid van het Parlement noodzaakte Windham in Februarij 1801 met Pitt het bewind neder te leggen, maar belette hem niet het voorloopig vredesverdrag, in October 1802 door het ministérie Addington gesloten, met kracht te bestrijden. Toen in 1804 na den val van Addington het roer van Staat weder in handen kwam van Pitt, bleef Windham buiten het kabinet. Hij volhardde dan ook in de oppositie en belastte zich in het ministérie Fox wederom met de portefeuille van Oorlog, waarna hij de reorganisatie van het Britsche leger met ijver doorzette. Na den dood van Fox verliet hij het bewind en bestreed na dien tijd in het Parlement steeds de maatregelen der regéring. Hij overleed den 3den Junij 1810. Zijne parlementaire redevoeringen zijn door Amyot (1812, 3 dln) en zijn dagboek is door mrs. Baring (1866) in het licht gegeven.