Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wetgeving (De)

betekenis & definitie

De wetgeving heeft zich bij den voortgang der beschaving van eene bloote handeling tot eene theorie ontwikkeld. Men moet namelijk onderscheid maken tusschen wetgevende politiek en de eigenlijke theorie der wetgeving. De eerste houdt zich bezig met het onderzoek, hoe de inrigting der wetten moet zijn, om voor ieder mogelijk geval doelmatig te werken, terwijl de tweede de uitwendige vormen der wet behandelt en er naar streeft, om deze tot de hoogst mogelijke volkomenheid te brengen. Onderwerpen van wetgeving worden gedeeltelijk door de vrije bepaling van den wetgever en gedeeltelijk door den aard der bestaande toestanden geleverd.

In absolute Staten is de wetgeving het uitvloeisel van den onbeperkten wil des heerschers, doch in constitutionéle Staten is de wetgeving opgedragen aan de regéring met de afgevaardigden des volks, welke gezamenlijk den naam dragen van wetgevende magt. In ons Vaderland bestaat deze uit den Koning, bijgestaan door zijne verantwoordelijke ministers en den Raad van State, en de beide Kamers der Staten-Generaal. De Koning draagt de wetsontwerpen voor, die door de Tweede Kamer worden beoordeeld, al of niet door amendement gewijzigd, aangenomen of verworpen. Na de aanneming door de Tweede Kamer worden de wetsontwerpen opgezonden naar de Eerste Kamer, die geene bevoegdheid tot wijziging heeft, maar ze aanneemt of verwerpt. Worden zij ook hier goedgekeurd, dan verheft de bekrachtiging des Konings de wetsontwerpen tot wetten. Ook de Tweede Kamer heeft het regt van initiatief, dat is, elk harer leden kan een wetsontwerp voordragen, hetwelk alsdan op de pas vermelde wijze behandeld wordt.

< >