Wangenheim, een Würtembergsch staatsman, geboren den 14den Maart 1773 te Gotha, studeerde te Jena en te Erlangen eerst in de theologie en daarna in de regten, bekleedde verscheidene ambten in Saksen-Coburg-Saalfeld, ontving in 1804 wegens onéénigheid met den minister zpn ontslag en vertrok naar Stuttgart, waar hij zich achtervolgens benoemd zag bij het departement van Financiën, in 1811 tot president van het Hoog geregtshof en curator der universiteit te Tübingen, in 1816 tot minister van Eeredienst en in 1817 tot gezant bij den Bondsdag. Hier was hij in onderscheidene commissiën ijverig werkzaam totdat hij in 1823 werd teruggeroepen. Na dien tijd woonde hij bij afwisseling te Dresden, Coburg en Jena en wijdde zich aan de beoefening der wetenschap.
In December 1832 werd hij afgevaardigd naar de Würtembergsche Tweede Kamer, maar deze verklaarde zijne verkiezing nietig. Hij overleed te Coburg den 19den July 1850.
