Vitellius (Aulus), met den bijnaam Germanicus, een Romeinsch keizer en de zoon van Lucius Vitellius, geboren in 15 na Chr., had zich, evenals zijn vader, door vleijerij en lage diensten weten aan te bevelen in de gunst van de keizers Tiberius, Caligula, Claudius en Nero en werd na den val van laatstgenoemde door Galba belast met het opperbevel over de legioenen aan de Beneden-Rijn. Toen hij door deze en door die aan de Boven-Rijn in het begin van 69 tot Keizer uitgeroepen werd, zond hij in de eerste plaats een gedeelte van het leger onder Caecina en Valens naar Italië; deze bragten aan keizer Otho, die inmiddels Galba had doen vallen, de nederlaag toe en openden alzoo voor Vitellius den weg naar Rome. Hier gaf hij zich over aan lediggang en onmatigheid, hoewel reeds Vespasianus in Palaestina door zijne legioenen tot Keizer was uitgeroepen en zich gereed maakte, hem te bestrijden.
Antonius Primus, een krijgsoverste van Vespasianus, drong aan het hoofd der Pannonische en Moesische troepen in Italië door, versloeg het leger van Vitellius bij Cremona en veroverde den 21sten of 22sten December 69 Rome, waar Vitellius geenerlei maatregelen genomen had ter zijner verdediging. In het bloedbad bij de bestorming der stad kwam ook laatstgenoemde om het leven.