Viennet (Jean Pons Guillaume), een Fransch dichter, geboren den 18den November 1777 te Béziers, nam in 1796 dienst bij de marine, later bij het leger te lande en onderscheidde zich in 1813 in den oorlog in Duitschland, totdat hij te Leipzig krijgsgevangen werd gemaakt. Na de Restauratie op vrije voeten gesteld, kwam hij in 1816 in Frankrijk bij den generalen staf, maar werd in 1827 wegens zijn scherpen: „Epître aux Chiffonniers” uit de gelederen verwijderd.
In datzelfde jaar zag hij zich afgevaardigd naar de Kamer en droeg niet weinig bij tot voorbereiding van de Julij-omwenteling. Na den dood van den graaf de Ségur werd hij lid der Académie. Ook was hij zeer gezien aan het Hof van Louis Philippe, werd in 1839 tot pair benoemd, maar bemoeide zich sedert 1848 niet langer met openbare aangelegenheden, en overleed te St. Germain den 11den Julij 1868.
Hij leverde: „Epîtres et satires (1845; 5de druk, 1860)”, — „Histoire des campagnes de la revolution dans le Nord (1831, 2 dln)”, — „Fables (1842; 2de druk, 1865)”, — „Mélanges de poésie (1853)”, — voorts de heldendichten: „Marengo”, — „Le siège de Damas”, — „La Philippide”, — „La Franciade”, — wijders: de „Dialogues des morts”, — de „Promenades philosophiques au Père-la-Chaise”, en eenige romans. Zijn laatste werk was: „Histoire de la puissance pontificale (1866, 2 dln)”.