Verrocchio (Andrea del), een uitstekend Italiaansch kunstenaar, tegelijk goudsmid, schilder, houtsnijder en beeldhouwer te Florence, moet als de voorlooper worden beschouwd van Leonardo da Vinci, Michele Angelo enz. Hij maakte vele afgietsels in gips, alsmede drijfwerk in zilver, en van dit laatste bevinden zich twee basreliëfs van het jaar 1477 in de schatkamer van den Dom te Florence. Reeds vroeger had hij beelden der Apostelen in zilver vervaardigd voor de Sixtijnsche kapél te Rome. Daarna bepaalde hij zich bij de beeldhouwkunst in brons en in marmer.
Hij vervaardigde praalgraven van Franceso Tornabuoni van Mino da Fiesole en diens gemalin, een bronzen beeld van David, het praalgraf van de hertogen Giovanni en Pietro dei Medici in San Lorenso, eene groep in brons, „Christus en Thomas” in het oratorium van San Michele enz. Voorts teekende hij cartons en leverde schilderijen, welke men te Florence en in de muséa te St. Petersburg, te Berlijn enz. aantreft. Later keerde hij tot de beeldhouwkunst terug en vervaardigde, behalve een aantal borstbeelden, het praalgraf van den cardinaal Forteguerra in den Dom te Pistoja. Zijn laatste kunstgewrocht was het ruiterstandbeeld van den Venetiaanschen veldheer Bartolommeo Colleoni op het plein S. Giovanni e Paolo te Venetië. Hij overleed in 1488 op 55-jarigen leeftijd.
