Utah, een territorium der Noord-Amerikaansche Unie, het land der Mormonen, grenst in het noorden aan Idaho en Wyjoming, in het oosten aan Colorado, in het zuiden aan Arizona en in het westen aan Nevada en heeft eene uitgebreidheid van 3974 □ geogr. mijl. Het Wahsatschgebergte verdeelt dit territorium in twee gewesten, van welke het kleinere en westelijke tot het Groote Bassin (tusschen de Rocky Mountains en de Siërra Nevada) behoort, terwijl het oostelijke besproeid wordt door zijrivieren der Colorado. De oppervlakte van het bassin bestaat hoofdzakelijk uit dorre, woeste velden, waaruit enkele bergketens verrijzen. Onder de talrijke meren is het Groote Zoutmeer het aanzienlijkste.
Daarin storten de Beeren- en de Weversrivier zich uit, alsmede de Jordaan, welke in het Utahmeer haren oorsprong neemt. Voorts vindt men er de Sevierrivier, welke naar het evenzoo genoemde meer hare wateren voert. Geene van deze rivieren is bevaarbaar, maar zij bevorderen de kunstmatige besproeijing der landen, en deze leveren een rijken oogst. Tegenwoordig valt er ook meermalen regen gedurende den zomer, terwijl er tusschen April en November gewoonlijk eene aanhoudende droogte heerschte. In de nabijheid van het Zoutmeer bedraagt de gemiddelde warmtegraad in Januarij — 2,7° C. en in Julij nagenoeg + 27° C. Het kan er vriezen van het begin van September tot aan het einde van Mei. Het Wahsatschgebergte is aan de noord zijde steil, maar vertakt zich aan de zuidzijde in bergruggen, welke zich aan de overzijde der Sevier uitstrekken. De toppen verheffen er zich tot eene hoogte van 3600 Ned. el (de Nebo 3650, — de Sevier 3406, — en de Belknap 3615 Ned. el hoog). Nog hooger is de van het westen naar het oosten voortloopende Uintahketen, waar onderscheidene kruinen eene hoogte bereiken van meer dan 4000 Ned. el (Gilberts-Peak 4172 Ned el).
Dit oostelijk gedeelte van het territorium bestaat grootendeels uit hoogvlakten, met malsch gras begroeid en uitstekend geschikt voor de schapenfokkerij. De rivieren loopen er door diepe kloven of canons, zoodat men er hare wateren niet tot besproeijing bezigen kan. Beide gebergten zijn met uitgestrekte wouden bedekt, en tot de wilde dieren behooren er: wolven, vossen, wezels, bevers, hazen, antilopen , bergschapen, elanden en herten. De bevolking telt er omstreeks 115000 zielen, van welke nagenoeg 4/5de tot de secte der Mormonen behooren. Daarenboven heeft men er nog 13000 Utah- of Juta-Indianen, een rondzwervend volk, dat zich op een lagen trap van ontwikkeling bevindt. Ook zijn er Chinézen, doch het aantal Negers is er gering. Men verbouwt er tarwe, haver, gerst, rogge, maïs, hennep, aardappelen en hop, alsmede onze Europésche ooftsoorten. In het vruchtbare dal der Rio Virgen vindt men ook sorghum, katoen en druiven.
De nijverheid is er van weinig belang, maar de mijnontginning bloeit er des te meer. Bitumineuse steenkolen vindt men in het graafschap Pete, in het Castle-dal en aan den westelijken voet van het Wahsatschgebergte, rijke ijzerertsen in het graafschap Iron, zilverhoudend lood in een gordel, die het territorium van het noordwesten naar het zuidoosten bedekt, en ook goud in het alluvium. Vermaard zijn vooral de Emmagroeven in de Little Cottonwood Creek. Een berg (Salt Mountain) aan de Colorado bestaat geheel en al uit klipzout. In 1876 schatte men de waarde der verkregene edele metalen en ertsen op ongeveer 121/2 millioen gulden. Sedert 1869 is Utah door een der Pacific-spoorwegen met de west- en oostkust van Noord-Amerika verbonden.
In 1874 werd er eene onderwijswet afgekondigd; er waren toen 355 volksscholen met ruim 16000 leerlingen, eene universiteit en 3 hoogescholen. — Utah werd in 1847 door de Mormonen in bezit genomen, maar de pogingen, om er in 1849 den Staat Deseret te stichten werden door de regéring der Unie verijdeld, zoodat men het land enkel erkende als een territorium. De gouverneur, de secretaris en de leden van het hooggeregtshof worden er door den President benoemd. Daarenboven bestaat er eene Wetgevende Vergadering van 13 raadsleden en 26 Afgevaardigden. Tegenwoordig hebben er zich ook belijders van andere kerkgenootschappen gevestigd, en een groot gedeelte der eigenaars van den grond en vooral van de mijnen behoort niet tot de Mormonen. De hoofdstad des lands is Salt Lake City.
