Upsala, een Zweedsch län aan de Botnische Golf en door de läns Gefleborg, Stokholm en Westmanland omgeven, omvat het westelijk gedeelte van Upland en telt op ruim 961/2 □ geogr. mijl omstreeks 106000 inwoners. Het binnenland is er eene groote, vruchtbare vlakte met veel landbouw en veeteelt, terwijl de kustgewesten er rotsachtig zijn. Er wordt eene groote hoeveelheid ijzererts opgedolven en in hoog-ovens verwerkt. De voornaamste rivier is er de Dal-elf, en deze vormt aan de noordelijke grenzen den grooten Elfkarleby-waterval. — De evenzoo genoemde hoofdstad, in eene vruchtbare vlakte aan de Fyris-A, die zich in het Maelarmeer uitstort en aan den spoorweg van Sala naar Stokholm gelegen, is de zetel van een aartsbisschop, van een consistorie en van het gewestelijk bestuur.
Men heeft er eene in 1477 gestichte universiteit met de grootste bibliotheek van Zweden (meer dan 200000 deelen en 10000 handschriften) en andere wetenschappelijke verzamelingen, een botanischen tuin (vermaard door de werkzaamheid van Linnaeus), eene sterrewacht enz., en ongeveer 1500 studenten, — voorts een kasteel, eene prachtige hoofdkerk en nog eene andere kerk. Tusschen de hoofdkerk en het universiteitsgebouw bevindt zich een fraai park, Odenslund geheeten. Het aantal inwoners bedraagt ruim 13000. Bij deze stad verloor Styrbjörn de Sterke in 983 den veldslag en het leven, en niet ver van hare vest vindt men het landgoed Hammarbij, de voormalige woonstede van Linnaeus.
