Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Trekvogels

betekenis & definitie

Trekvogels noemt men in tegenstelling van stand- en zwerfvogels, die het geheele jaar in dezelfde gewesten doorbrengen, zulke vogels, die op gezette tijden des jaars groote togten maken, tegen den winter naar warmere en tegen den zomer naar koudere landen trekkend. Men heeft dit verschijnsel aan verschillende oorzaken toegeschreven, — ten onregte voorzeker aan gebrek aan voedsel, terwijl het gevoelen van Tiedemann, dat men ze grootendeels in de electrische spanning van het luchtruim moet zoeken, niet onwaarschijnlijk is. De grootste helft der Europésche vogels behoort tot de trekvogels.

Gewoonlijk nemen mannetjes en wijfjes aan die verhuizing deel, doch bij de schildvinken alleen de wijfjes. Men weet, dat de ooijevaars bijeenkomen om gezamenlijk de reis te aanvaarden. Sommige trekvogels reizen gestadig voort, andere slechts bij dag en nog andere alleen bij nacht.