Traz os Montes (Over de Bergen), de noordoostelijkste provincie van Portugal, grenst in het noorden en oosten aan Spanje, in het zuiden aan de provincie Beira, en in het zuiden aan de Minho, en telt op 201,87 □ geogr. mijl omstreeks 420000 inwoners. Zij vormt het hoogste gedeelte van Portugal en is met woeste rotsgevaarten bedekt. Het hoogste gebergte, de Serra de Monte Zinho, is met heide begroeid en heeft eene hoogte van 2270 Ned. el. Uit de provincie Minho strekken de Serra de Gerez en de Serra de Marao zich derwaarts uit, terwijl de zuidelijke bergketens zich minder hoog verheffen.
De voornaamste rivier is er de Douro, welke de oostelijke en zuidelijke grenzen aanwijst van dit gewest en er de Sabor, de Tua en de Temega opneemt. Het klimaat is er des zomers zeer warm, maar in den winter guur en koud. De grond, hoewel rotsachtig, wordt er niettemin op onderscheidene plaatsen op eene voortreffelijke wijze bebouwd. In het noorden groepen: rogge, tarwe, vlas en hennep, in het zuiden: maïs, amandelen en oranje-appels. Het belangrijkste voortbrengsel echter is er de wijn, vooral aan den bovenloop van de Douro (Portwijn).
Ook vindt men er onderscheidene ertsen, vooral ijzererts, alsmede een aantal minerale bronnen. De bevolking onderscheidt zich door hare somberheid en bijgeloovigheid aanmerkelijk van de blijmoedige , onbezorgde bevolking van de Minho. Tot de uitvoer-artikelen behooren er muilezels, wol, zijde en wijn. Deze provincie is verdeeld in twee districten en heeft Braganza tot hoofdstad.