Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Tisza van Borosjenö

betekenis & definitie

Tisza van Borosjenö (Koloman), een volbloed Magyaar, wist met groote behendigheid Hongarije gunstig te stemmen voor de nieuwe schikking met Oostenrijk. Hij werd geboren den 16den December 1830 te Geszt in het comitaat Bihar, behoort tot een rijk, adellijk, Calvinistisch geslacht, studeerde in de regten, werd in 1861 lid van den Rijksdag, plaatste zich in 1865 met Ghyczy aan het hoofd van het linker centrum, doch vormde in 1875, bij het verval der Deàk-partij, eene nieuwe liberale partij, die als meerderheid het bewind aanvaardde.

Tisza werd in het ministérie Wenkheim belast met de portefeuille van Binnenlandsche Zaken, maar in October, bij de schitterende verkiezingsoverwinning der liberalen, met het voorzitterschap. Bij de moeijelijke onderhandelingen over eene schikking met Oostenrijk in 1877 bragt hij eene overeenkomst met het Cis-Leithaansch ministérie tot stand en hij wist tevens de uitingen ter gunste van Turkije te matigen.

Intusschen zijn ook de harde maatregelen om Hongarije geheel en al aan de Magyaren te onderwerpen, benevens de ongeregtigheden, jegens de Saksen in Siebenbürgen gepleegd, grootendeels zijn werk. Ook bij de nieuwe verkiezingen in Augustus 1878 behaalde Tisza de overwinning daar de oppositie over niet meer dan 100 stemmen beschikken kon.

Te Debreczin, dat hem eerst had afgevaardigd, leed hij de nederlaag tegenover Simonyi, den leider der uiterste linker zijde, maar hij werd in twee andere kiesdistricten gekozen. Intusschen werd zijne positie ten gevolge der Oostersche staatkunde van Andrassy en ten gevolge van het bezetten van Bosnië en Herzegowina, hetwelk onverwacht groote offers aan geld en menschen vergde en waarbij inzonderheid de Hongaarsche regimenten veel te lijden hadden, allengs moeijelijker.

De aftreding van Szell (1 October) gaf ook Tisza aanleiding zijn ontslag te vragen. Niettemin droeg de Koning hem op, de portefeuille te behouden, en de meerderheid van den Rijksdag, welke den 20sten October geopend werd, kwam hem met zoo groot vertrouwen te gemoet, dat het ministérie Tisza wederom nieuwe levenskracht verkreeg.

< >