Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Thomson

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

James Thomson, een beroemd didactisch dichter in Engeland, geboren den 11den September 1700 te Ednam in Schotland. Hij studeerde te Edinburgh eerst in de theologie, maar wijdde zich weldra uitsluitend aan de dichtkunst en maakte zich te Londen bekend door de rijmlooze gedichten: „Winter (1726)”, —„Summer (1728)”, — „Spring (1729)”, — en „Autumn (1730)”, welke later onder den naam van „Seasons” werden vereenigd. In deze gedichten geeft hij eene merkwaardige beschrijving van de natuurverschijnselen, welke de verschillende jaargetijden opleveren. Keurig zijn bijv. zijne opmerkingen omtrent de vogels. Hij weet voorts de klip der eentoonigheid te vermijden door hier en daar den mensch voor te stellen in zijne betrekking tot de krachten der natuur. Haydn heeft daarnaar zijne bekende compositie geleverd. In 1731 vergezelde Thomson een zoon van den lord-kanselier sir Charles Talbot op zijne reizen naar het vasteland en gaf bij zijn terugkeer het gedicht: „Liberty” in het licht.

Nadat hij tot aan den dood van Talbot een behoorlijk inkomen genoten had, verkreeg hij van den prins van Wallis een jaargeld van 100 pond sterling en de betrekking van gouverneur der Antillen. Hij overleed den 27sten Augustus 1748. Nog fraaijer dan zijne „Seasons” is zijn gedicht: „The Castle of indolence”, van allegorischen inhoud en in de maat en den stijl van Spencer. Voorts leverde hij de voortreffelijkste vaderlandlievende gedichten: „Liberty” en „Britannia”. Aan zijne vijf treurspelen wordt geen groote lof toegekend. Een klein stuk, „Alfred” genoemd en door hem met zijn schoolvriend Mallet geschreven, mag niet onvermeld blijven, omdat daarin voor het eerst het beroemde Engelsche volkslied: „Rule Britannia” voorkomt.

Thomas Thomson, een verdienstelijk scheikundige, geboren den 12den April 1773 te Crieff in Schotland. Hij studeerde te Glasgow en Edinburgh en leverde voor de „Encyclopaedia Brittannica” degelijke artikelen van natuurkundigen inhoud. In 1801-1811 hield hij te Edinburgh voorlezingen over chemie, woonde vervolgens te Londen, was van 1817-1841 hoogleeraar in de scheikunde te Glasgow, en overleed den 2den Julij 1852 te Kilmun in Argyleshire. Hij ontdekte onderscheidene verbindingen, vond een saccharometer uit en voerde in 1798 het gebruik in van teekens in de chemie. Van zijne werken vermelden wij: „System of chemistry (7de druk, 1831, 4 dln)”, — „Elements of chemistry (1810)”, —„Attempt to etablish the first principles of chemistry by experiments (1825, 2 dln)”, —„Chemistry of organic bodies(1838, 2dln)”, —„History of chemistry (1830—1831, 2 dln)”, — en „Outlines of mineralogy and geology (1836)”. Sedert 1813 redigeerde hij de „Annals of philosophy”, die in 1822 vereenigd werden met het „Philosophical Magazine”.

Charles Wyville Thomson, een verdienstelijk natuurkundige, geboren den 5den Maart 1830 te Bonsyde in Linlithgowshire. Hij studeerde te Edinburgh in de natuurkunde en begon in 1850 voorlezingen te houden over de kruidkunde. Tevens hield hij zich ijverig bezig met het onderzoek der lagere diersoorten, bepaaldelijk met hare ontwikkelingsgeschiedenis. In 1853 werd hij hoogleeraar in de natuurlijke historie te Cork, aanvaardde in het volgende jaar eene dergelijke betrekking te Belfast, en gaf hier onderwijs in de mineralogie en geologie, terwijl hij tevens de stichting van het muséum van Queens college bestuurde. In dien tijd maakte hij een aanvang met zijne nasporingen omtrent de fossiele en nog levende leliesterren, en de ontdekking van een zeer ouden vorm dezer dieren in de diepten van den Atlantischen Oceaan bragten hem tot de overtuiging, dat aldaar groote schatten waren te verzamelen voor den onderzoeker der natuur.

Dit gaf aanleiding, dat Carpenter de regéring opwekte tot het uitrusten van wetenschappelijke maritieme expeditiën, welke voor de dierkunde en voor de physische geographie belangrijke uitkomsten hebben opgeleverd. In 1870 werd Thomson hoogleeraar in de natuurlijke historie te Edinburgh. Vanhier nam hij deel aan de Challenger-expeditie, waarmede hij 3½ jaar afwezig bleef. De vruchten van zijn onderzoek deelde hij mede in „The deapths of the sea (2de druk, 1873)'’, — en „The voyage of the Challenger, the Atlantic (1877)”.

< >