Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Suffolk

betekenis & definitie

Suffolk is de naam van een Engelsch graafschap aan de Noordzee, dat op nagenoeg 70 □ geogr. mijl omstreeks 350000 inwoners telt. Het heeft in het algemeen een golvenden, veelal zandigen bodem en gaat naar de zijde der kust in eene vlakte over, die hier en daar marsgronden bevat. De voornaamste rivieren zijn er: de Stour (op de grenzen van Essex), de Orwell, de Waveney (op de grenzen van Norfolk) en de Ouse met de Lark. Landbouw en veeteelt bevinden er zich op een hoogen trap van ontwikkeling.

Men heeft er een ras van ongehoornde koeijen, die veel melk geven, en het Suffolk-schaap levert eene korte, maar zeer fijne wol. Van de oppervlakte zijn 65% bouwland en 16% groenland. In 1876 telde men er bijna 43000 paarden, 60000 runderen, 434000 schapen en 120000 zwijnen. Er worden veel machines voor den landbouw gebruikt. De hoofdstad is Ipswich.