Spinél is de naam van eene delfstof uit de klasse der watervrije amphoterolieten. Men vindt het gewoonlijk in kleine, regelmatige kristallen, doorgaans octaëders of in deze met andere vermengd, vaak in tweelingskristallen, en zeer dikwijls in kristalgruis en korrels. Spinél is meestal rood, maar ook wel bruin, groen of zwart. Het rood gaat bij verhitting over in groen en wordt dan kleurloos, maar na het afkoelen wederom rood.
De lichtgekleurde spinélsoorten zijn doorzigtig, de donkere doorschijnend tot ondoorzigtig, en alle glasglanzend. De hardheid is = 8,5, het soortelijk gewigt = 3,5—4,1. Rood, doorzigtig (edel) spinél is een magnesiumaluminaat (MgAl2O4), waarschijnlijk gekleurd door een weinig chromium. Zijne blaauwe verscheidenheid bevat tot 2,5% ijzer, het grasgroen chloro-spinél 6—10% ijzer met eenig koperoxyde als kleurend bestanddeel, terwijl zwart spinél zamengesteld is volgens de formule (Mg,Fe), (Al,Fe)2O4. Edel spinél vindt men in de secundaire lagen in Ceylon, Oost-Indië en Australië, blaauw spinél te Aker in Södermanland, chloro spinél in chlorietlei te Slatoust, pleonast in silicaatgesteenten en kalksoorten in Zuid-Tyrol, bij den Vesuvius, op Ceylon enz.
Ponceau-roode variëteiten van spinél hebben omstreeks de halve waarde van diamanten van dergelijke grootte. Donkerrood spinél komt ook als robijnspinél, licht rozenrood als Balasrobijn, paars als almandijnspinél en geelachtig rood als rubicél in den handel. Laatstgenoemde 3 soorten hebben echter in verre na de waarde niet van edel spinél. Bloedrood spinél wordt ook wel goutte de sang geheeten, en pleonasten worden in den rouw gedragen.