Smaland, een landschap in het zuiden van Zweden en in het midden van Gothland, is verdeeld in de 3 län Kalmar (zonder het eiland Oeland), Wexiö of Kronoberg en Iönkoping.
Het is over het geheel niet zeer vruchtbaar; grazige weiden wisselen er af met woeste heidegronden, wouden en uitgestrekte moerassen. Het oostelijke kustgewest is er rijk in fraaije natuurtafereelen. Uit het noorden loopt een bergrug derwaarts, die aan het zuidelijk uiteinde van het Wettermeer in den alleenstaanden Taberg (336 Ned. el hoog) en in den Hjeltsölaberg (337 Ned. el hoog) zijne aanzienlijkste toppen heeft en zich vandaar zuidwestwaarts tot aan de grenzen van Schonen uitstrekt.
Van de rivieren noemen wij: de Nissaa en de Lagaa, die zich in het Kattegat uitstorten, voorts de Helgea, de Mörruma, de Ronnebya en de Lyckebya, die zich zuidwaarts, en de Emma, die zich oostwaarts naar de Oostzee spoeden. Ook heeft men er behalve het Wettermeer nog eenige andere belangrijke meren. Het land bevat vooral in het noordelijk gedeelte vele delfstoffen, inzonderheid ijzererts, maar veeteelt en landbouw zijn er de voornaamste bronnen van bestaan. Door onderscheidene spoorwegen wordt er de gemeenschap bevorderd.