Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Silicaten

betekenis & definitie

Silicaten zijn kiezelzure zouten, vooral voorkomende in het rijk der delfstoffen en een derde gedeelte van alle bekende mineralen uitmakende. Die veelvuldigheid der Silicaten in de natuur ontstaat niet alleen door de qualitatieve verscheidenheid der elementen, die met silicium en zuurstof in de verbinding voorkomen, maar vooral door de quantitatieve verschillen in de verhoudingsgetallen van hetzelfde element met betrekking tot het silicium. Zoo heeft men bijv. door de verbinding van magnesium en silicium: Mg: Si = 1:1 (enstatiet, magnesiumhornblende en augiet; Mg : Si = 2:1 (olivien); Mg: Si = 3:2 (serpentijn); Mg: Si = 3:4 (talk en speksteen) en Mg: Si = 2:3 (meerschuim). Deze verhoudingen leggen aan de rangschikking groote moeijelijkheden in den weg, omdat de kennis der siliciumverbindingen nog veel te wenschen overlaat.

Naumann verdeelt de silicaten en aluminaten in drie klassen, naar gelang het tot silicium en zuurstof toegetreden element een aardmetaal, een alkalimetaal of een zwaar metaal is en noemt ze geolieten, metallolieten en amphoterolieten. Deze verdeeling is echter niet van willekeurigheid vrij te pleiten, zoodat Rammelsberg, Weltzien, Tschermak, Haushofer enz. wederom andere verdeelingen hebben voorgeslagen. Zie voorts onder Kiezel (silicium).

< >