Shirley (James), een Engelsch tooneeldichter, geboren te Londen den l3den September 1596, studeerde te Cambridge in de godgeleerdheid en werd leeraar in de nabijheid van St. Albans. Nadat hij tot de R. Katholieke Kerk was overgegaan, werd h{j onderwijzer aan de Grammar School of St. Albans, maar begaf zich na verloop van 2 jaar naar Londen, om er zich aan het schrijven van tooneelstukken te wijden. Dit verschafte hem voordeel en eer, zoodat hij zelfs werd voorgesteld aan koningin Henriette Maria. Trouwens zijne stukken geven getuigenis van zijne bekendheid met aanzienlijke kringen. Hij wordt beschouwd als de laatste verdienstelijke tooneeldichter uit den tijd van Shakspere en als den overgang vormende tot de ontaarde school van die tooneeldichters, welke omstreeks 1660 tegelijk met de restauratie der Stuarts opdoemden. Hij beleefde den merkwaardigen 2den September 1642, toen dweepzieke burgers en soldaten den schouwburg omver haalden en de opvoering van tooneelstukken eene strafbare misdaad werd verklaard. Gedurende omstreeks 14 jaar bleef dat besluit geldend.
Bij het uitbarsten van dien opstand vond Shirley eene wijkplaats bij den Earl van Newcastle. Nadat voorts de zaak des Konings de overwinning had behaald, keerde hij naar Londen terug, waar hij in bekrompene omstandigheden verkeerde, omdat hij den onzedelijken schouwburggeest van die dagen niet wilde huldigen. Niet lang na den grooten brand overleed hij te Londen, met zijne vrouw op denzelfden dag, den 29sten October 1666. Wij bezitten nog 23 drama’s van Shirley, en van deze worden: „The traitor” en „The brother” voor de beste gehouden. Zij onderscheiden zich door natuurlijkheid, boeijende ontwikkeling en zuiverheid van taal. Eene uitgave der werken van Shirley is bezorgd door Gifford (1833, 6 dln).
