Aloys Senefelder, de uitvinder der steendrukkunst, werd geboren te Praag den 6den November 1771. Eerst betrad hij het tooneel en bepaalde zich vervolgens bij letterkundigen arbeid. Daarna stichtte hij eene drukkerij en door ernstig nadenken over de goedkoopste wijze, geschriften door den druk te vermenigvuldigen, kwam hij tot de uitvinding der steendrukkunst. Geldgebrek evenwel belette hem, van zijne uitvinding gebruik te maken.
Hij maakte haar om die reden bekend aan zijne beide broeders Theobald en Georg, alsmede aan den Hofmusicus Gleiszner en verkocht in 1799 zijne uitvinding aan den muziek-uitgever André te Offenbach, waar hij zich in 1800 vestigde. Wegens oneenigheid met dezen vertrok hij in het volgende jaar naar Weenen, waar hij zich vooral met notendruk bezig hield. De opbrengst was echter niet voldoende tot dekking der kosten, zoodat hij zich met de gebroeders Faber te St. Pölten op de katoendrukkerij toelegde. Eerst in 1806 slaagde hij er in te München, werwaarts zijne broeders reeds vroeger vertrokken waren, eene eigene chemische steendrukkerij op te rigten, die aanmerkelijke voordeelen afwierp. In 1809 erlangde hij ook het opzigt over de Koninklijke steendrukkerij van landkaarten en den titel van Koninklijk inspecteur der lithographie. In 1826 kwam hij tot de uitvinding van het drukken van gekleurde platen, welke op schilderijen in olieverf gelijken (oleographieën), en in 1833 tot die, om zulke platen op linnen af te drukken. Hij overleed te München den 24sten Februarij 1834, en in 1877 verrees er een gedenkteeken ter zijner eer. Hij heeft ook een „Lehrbuch der Lithographie (1819; 2de druk 1827)” in het licht gegeven.