Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Scilla

betekenis & definitie

Scilla L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Asphodeleën. Het omvat bolgewassen met een naakten stengel, een enkelvoudigen bloemtros en eene vliezige of papierachtige, openspringende zaaddoos. S. maritima L. (zee-ajuin) heeft een eivormigen, vaak zeer grooten bol met drooge, bruinroode buitenste en slijmig-vleezige, kleurlooze of bruinroode, binnenste schalen, lange, lancetvormige bladeren, een bloemstengel die eene hoogte kan bereiken van 1¼de Ned. el en een rijken tros van witte, stervormige bloemen draagt; zij groeit aan de kusten der Middellandsche Zee en ook in Frankrijk aan die van den Atlantischen Oceaan tot in Bretagne en Normandië. De middenste schalen der bollen worden voor geneeskundig gebruik op Malta, in Calabrië en Spanje verzameld.

De bol bevat 22% suiker, veel gom, slijm, eene extractiefstof (scillitine) en scherpe kristallen van zuringzuren kalk, welke jeuking en een brandend gevoel op de huid veroorzaken. Dit gewas behoort tot de oudste geneeskrachtige planten en werd onder den naam van „Oog van Typhon” reeds door de Egyptische priesters aangewend. In Frankrijk gebruikt men het om muizen en ratten te vergeven. Het werkt pisdrijvend, braking- en stoelgangwekkend en is in groote giften zeer gevaarlijk. — Eene andere soort. S. amoena L., met opstaande, lijnvormige bladeren, een kantigen bloemstengel en hemelsblaauwe bloemen groeit desgelijks in het zuiden van Europa.

< >