Schwab (Gustav), een verdienstelijk Duitsch dichter, geboren te Stuttgart den 19den Junij 1792, studeerde te Tübingen in de wijsbegeerte en godgeleerdheid en leverde weldra proeven van zijn dichttalent. Vooral ondervond hij den invloed van Uhland, met wien hij ook later door de banden der vriendschap verbonden bleef. Ook knoopte hij betrekkingen aan met Varnhagen en Kerner en gaf met hen in 1813 het „Deutsche Dichterwald” in het licht. In 1815 reisde hij naar Berlijn en kwam er in aanraking met Fouqué, Franz Horn, Chamisso enz.
Na zijn terugkeer werd hij eerst repetitor aan het theologisch seminarium te Tübingen en in 1817 professor aan het gymnasium te Stuttgart. Langer dan 20 jaar bekleedde hij deze betrekking, maar betrok in het najaar van 1837 eene landelijke pastorie te Gomaringen, volbragt vervolgens eene reis naar Zweden en Denemarken en werd daarna eerste predikant aan de St. Leonhardskerk te Stuttgart en in 1845 „Oberstudienrath” en „Oberkonsistorialrath”. Hij overleed den 4den November 1850. Met Uhland en Kerner is hij de voornaamste vertegenwoordiger der Zwabische dichtschool. Als redacteur van het dichterlijk gedeelte van het „Morgenblatt (1827—1837)” en van den „Deutschen Musenalmanach” heeft hij menigen jongen dichter bij het publiek ingeleid. Zijne verstrooide gedichten werden in 1828—1829 in 2 deelen tot een bundel verzameld, die later onder den titel van „Neue Auswahl” bij herhaling verscheen. Van zijne overige geschriften vermelden wij: „Die Schwäbische Alp (1823)”, — „Der Bodensee, ein Handbuch für Reisende und Freunde der Natur, Geschichte und Poesie (1827; 2de druk 1839)”, — „Wanderungen durch Schwaben (1837— 1838; 3de druk 1851)”, — „Die Schweiz in ihren Ritterburgen und Bergschlössern (1839, met Höttinger)”, — „Schillers Leben (1840; 2de druk 1859)”, — „Der Kultus des Genius (1840)”, — voorts: „Deutsche Volksbücher (7de druk 1872)”, — „Fünf Bücher deutscher Lieder und Gedichte von Haller bis auf die neueste Zeit (5de druk 1871)”, — „Die deutsche proza von Mosheim bis auf unsere Tage (2de druk 1860, 3 dln)”, — „Der Wegweiser durch die Literatur der Deutschen (2de druk 1870)”, — „Die schönsten Sagen des klassischen Altherthums (1838—1840, 3 dln; 4de druk 1858)”, — en een aantal vertalingen uit de werken van buitenlandsche dichters.
