Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Schilthuis

betekenis & definitie

Schilthuis (Ulferdus Gerhardus), een verdienstelijk Nederlandsch burger, geboren te Groningen den 6den Junij 1799, werd voor den graanhandel opgeleid, maar oefende zich tevens in de Nederlandsche letterkunde en in de staathuishoudkunde, zoodat hij wegens zijne bekwaamheid en ijver tot eervolle betrekkingen werd benoemd, o.a. tot lid der Kamer van Koophandel te Groningen, tot consulair agent van Groot-Brittanje, tot regter plaatsvervanger in de regtbank van Koophandel aldaar, — voorts tot lid van Provinciale, later van Gedeputeerde Staten van Groningen. Ook werd hij lid van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, van de Leidsche Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde en van de Koninklijke Académie van Landbouw in Zweden, en eenige landbouwers in het Oldambt schonken hem eene gouden korenschaal als een bewijs van erkentelijkheid jegens den man, die met grooten ijver de belangen van den landbouw bevorderde. Hij overleed den 19den September 1859. Van zijne geschriften vermelden wij: „Iets over den oorsprong en het wezen van het Duitsche Tolverbond en deszelfs invloed op de nijverheid (1844)”, — „Vereenigingen tot weldadigheid en inrigtingen ter bevordering van volksopvoeding en algemeen welzijn, bijzonder voor den minvermogenden stand, den 1 September 1850 te Groningen bestaande (1850)”, — „De verhouding van den landbouw tot den bodem en de bevolking, den toestand van de landbouwende klasse in Nederland en de verbeteringen, daarin mogelijk en wenschelijk”, door de Hollandsche Maatschappij te Haarlem met goud bekroond, — „Redevoering over eene algemeene verbetering der scheepvaartkanalen in de provincie Groningen (1857)”, — en „Statistiek van de ambachts- en fabrieknijverheid in de provincie Groningen (1860)".

< >